(klik hier om het vorige deel te lezen)

Stockholm, mei 2017

Nieuwsgierig geworden? Volg me dan maar, naar een plek net buiten de Zweedse hoofdstad. Ik moet je iets laten zien.

Het is raar; de huizen zijn hier groot en toch moet je ze zoeken. Elke villa ligt een eindje van de openbare weg en is omgeven door een riant perceel, niet zelden bosrijk. Als je de sierlijke hekken voor de lange oprijlanen ziet realiseer je je twee dingen. Het eerste: de bewoners zijn welgesteld. Het tweede: ze hechten aan hun privacy. Eén van die oprijlanen, achter een poort die enigszins tussen de bomen verscholen ligt, leidt kronkelend naar een landhuis uit het begin van de twintigste eeuw, met florale ornamenten in de architraven en de gietijzeren raamversieringen. Jugendstil, dat heb je goed gezien. Vijf treden van donker marmer leiden naar een zware, massief eiken voordeur. Volg me maar, naar binnen, naar een immense hal met visgraatparket en Chinese vazen op manshoge zuilen aan weerszijden van een andere trap, die je naar de eerste verdieping brengt. Daar rechtsaf, de gang in. Aan de linkerkant, net achter het schilderij met het danseresje van Degas, is de deur naar de master bedroom. Open die. In een riante fauteuil, rechts achter de deur, zit een man. Hij draagt niets anders dan een badjas. Zijn haar is grijs, net als zijn borstelige wenkbrauwen. Rond zijn mond zit een zweem van rood. Hij ademt zwaar en zweetdruppels parelen op zijn voorhoofd. In zijn ene hand heeft hij een tumbler met oude whisky, in de ander zijn mobiele telefoon. Op het tafeltje naast zijn stoel vormen witte streepjes een poederige barcode. Draai dan naar links en kijk naar het bed. Je ziet een meisje, liggend op haar buik. Ze is naakt. Een arm ligt in een onnatuurlijke hoek op haar rug, de ander is uitgestrekt over een kussen en is aan de spijlen van het bed geboeid. Kijk goed en je ziet hoe haar halfopen ogen langzaam en doelloos bewegen in het traanvocht dat zich met haar eyeliner heeft vermengd en traag over haar gezicht loopt. Af en toe trekt haar tengere lichaam even samen in een onwillekeurig spasme. Haar donkere, bronskleurige huid contrasteert met het witte satijn van het beddegoed. Behalve ter hoogte van haar middel. Daar zijn de lakens rood. Letterlijk bloedrood.

De man kijkt op zijn mobiele telefoon. Jij weet niet wat hij denkt, maar ik zal het je vertellen.

Ik ben nog ruim op tijd voor de vergadering van de Zestien.

Je weet niet wat dat betekent, je weet überhaupt niet waarom ik je heb meegenomen naar deze plek, maar dat komt nog wel. De man nipt tevreden van zijn whisky en kijkt naar het meisje op op het bed. Wat hij denkt?

Wat is ze prachtig zo!

Je walgt van zijn gedachten, je maag draait zich om, je wil hier weg. Maar je moet even volhouden, we zijn nog niet klaar. Er klinkt een geluid van een binnenkomend bericht en de man checkt zijn telefoon. Jij kan het niet lezen maar ik weet wat hij op het display ziet.

Van: POLARIS
Giftige wijn. Alle proeverijen gecancelled. Vernietig de flessen.

De man, plots bleek en onrustig, staat haastig op uit de fauteuil. Hij loopt naar het bed en pakt een van de kussens. Zonder enige aarzeling drukt hij dat met zijn volle gewicht op het hoofd van het meisje. De eerste seconden gebeurt er niets. Dan registreert haar brein haar ademnood en mobiliseert een laatste krachtsinspanning van het lichaam. Ze stribbelt tegen, je ziet hoe ze met haar benen spartelt. Rustig maar, het duurt maar eventjes, ze was immers al half dood. Na enkele tellen is haar worsteling voorbij. De man controleert met twee vingers in haar hals de afwezigheid van een hartslag. Dan loopt hij weer naar zijn fauteuil en drinkt staand een laatste slok whisky.

Zo, je hebt genoeg gezien. Nu mag je overgeven.


wordt hier vervolgd